Co-ouderschap (augustus 2015)

Belachelijk eigenlijk, dat ik de helft van de tijd mijn meisjes moet missen. Ze zijn ondertussen 12 en 9 en ik ben zo’n 7 jaar gescheiden, maar het blijft een onnatuurlijk iets. Moeders en kinderen moeten niet uit elkaar gehaald worden. Jaja, de vaders hebben ook recht op hun kroost, absoluut en helemaal waar, maar ik heb het nu even niet over rechten en plichten, maar over moedergevoel.

Het is simpel: mijn meisjes zitten gewoon aan me vast. Eigenlijk al heel hun leven. Die navelstreng die in week 11 wordt gevormd zit er nog steeds. Of ze nou naast me staan of aan de andere kant van de wereld rondlopen, ze zitten muurvast. Dus als er spanning op die navelstreng komt te staan doet dat pijn. Een soort pijn die ik niemand toewens. Een soort pijn die ik niet kende voordat ik ging scheiden en niet te vergelijken is met een logeerpartijtje of een paar dagen schoolkamp.

Dagelijks vraag ik me af wat de consequenties van mijn keuzes zijn voor mijn dochters, maar soms ook voor mij. Door ze niet continue bij me in de buurt te hebben, ontwen ik mezelf week op week af van het moederschap. Hoe goed leer ik ze te hechten door ze keer op keer weg te brengen, hoe overtuig ik mezelf er van dat ik mezelf goed kan hechten? Is me emotioneel afsluiten voor die pijn van het missen goed voor mijn eigen gevoelsleven?

Toen de oudste net was geboren vond ik het al lastig om haar aan de andere kant van de overloop in haar eigen ledikantje te leggen. Niet dat ik vanaf dag 1 overstroomde van onvoorwaardelijke liefde, nee dat moest ook echt even groeien, maar het deed fysiek pijn. Alsof ik een lichaamsdeel mistte. Het natuurlijke loslaatproces begint al vanaf dag 1. Co-ouderschap gooit roet in dit proces: loslaten – dichtbij me houden – loslaten – dichtbij me houden – …

Zijn er uberhaupt al wetenschappelijke langetermijnonderzoeken gedaan naar de effecten van co-ouderschap op kinderen én ouders?

De ideale situatie bestaat niet, dat realiseer ik me heus. Toch voelt het o zo vertrouwd na drie weken vakantie met m’n meisjes. We zijn helemaal op elkaar afgestemd, ik luister beter, zij luisteren beter, ik zie meer domino-emotie-effectjes en minder onbegrijpelijke uitbarstingen. Ik begrijp dat het in de vakantie anders is dan een reguliere schoolweek. Maar toch: stikjaloers ben ik nu even, op moeders zonder co-ouderschapregelingen, misschien net zoals zij jaloers zijn op mijn ‘vrije tijd’.

Soms dwarrelt er wel eens een vraag voorbij uit mijn vriendenkring: mis je ze niet? Op zo’n moment zeg ik vaak: ach, tijd went maar afstand niet. Wat ik dan eigenlijk bedoel is dat ik heb geleerd om te gaan met het missen van m’n meisjes, maar dat ik nooit zal wennen aan die opgerekte navelstrengpijn.